Wat ik vaak zie is dat medewerkers een bepaalde werkdruk ervaren als ze met een invaller op de groep staan. Sterker nog: op het moment dat bekend is dat ze met een invaller staan, beginnen ze zich al druk te maken.
Waar medewerkers zich druk om maken zijn de verhalen die ze maken, hun overtuigingen, normen en waarden:
– ‘Ik moet alle kinderen aandacht geven, de invaller aansturen én extra taken doen. Dit gaat me nooit lukken’
– ‘Ohh jee, hoe kom ik deze dag door?’
– ‘Pff.. Dit wordt weer een dag racen’
Als ze alleen de feiten op een rijtje zetten, kun je denken aan: het aantal uren dat ze werken, hoeveel kinderen er op de groep staan en of ze al vaker met deze invaller hebben gewerkt.
Ze hebben geen invloed op dát ze met een invaller op de groep staan. Waar ze wél invloed op hebben, is ze ermee omgaan.
Wat ze kunnen doen om deze druk te verlagen:
➡️ Herkennen welke feiten er zijn en wat subjectief is
➡️ Kijken wat voor ze werkt. Door bijvoorbeeld om hulp te vragen en vooraf afspraken te maken met elkaar wie wat doet
➡️ Stel als doel van de dag dat je een fijne dag hebt in plaats van onhaalbare doelen stellen
Een ding is zeker: er is écht meer invloed op vitaliteit dan je denkt. Het is onmogelijk om én alle taken te doen én alle kinderen net zo veel aandacht geven als de dagen dat ze zonder invaller staan.
Welke druk ervaren medewerkers in jouw team als ze met een invaller staan?





